Tekstcomplexiteit van poëzie

Drie niveaus

Deze tool is gemaakt in voorbereiding op het opleveren van het PoëzijLab

Theoretiche achtergrond

De leesbaarheid van poëzie en drama is niet betrouwbaar gemeten. Bestaande normen voor leesbaarheid zijn de aan schoolklas of leeftijd gebonden leesniveaus. Schoolklas en leeftijd moeten daarbij globaal de leeservaring, belangstelling, algemene kennis en levenservaring, bereidwilligheid en literaire kennis vangen. Zoeken naar die normen werkt niet voor poëzie en drama. Daarom moeten leerkrachten voor die tekstypen vaak zelf een geschikt niveau van leesbaarheid vaststellen, gebaseerd op hoe moeilijk het is om de tekst te begrijpen.

Dat kan met kwantitatieve tekstanalyse. Bij kwantitatieve benaderingen stop je een tekst in een computer en die berekent dan woordlengte en sinslengte. Want lange woorden en lange zinnen hangen samen met moeite bij het lezen.

Maar kwantitatieve benaderingen laten thema en betekenis van de tekst buiten beschouwing. Juist in de tekstinhoud schuilt vaak de moeilijkheid. Want de lezer moet de informatie uit de tekst verbinden met kennis die hij al heeft, om de tekst te begrijpen. Kwalitatieve benaderingen van de moeilijkheid van een tekst houden wel rekening met inhoud en vorm.

Kwalitatieve graadmeters van tekstcomplexiteit houdt in: een geïnformeerd besluit nemen over de moeilijkheid van een tekst, op grond van een of meer factoren die te onderscheiden zijn voor een menselijke lezer, die een deskundige beoordeling uitvoert. De kwalitatieve meting kan het beste gedaan worden door een menselijke lezer die zijn aandacht erbij heeft.

Kwalitatieve factoren omvatten betekenisniveau, oftewel letterlijk of figuurlijk en op welke manier figuurlijk, doel, bijvoorbeeld informeren of protesteren, structuur, taalconventionaliteit en helderheid van taal, en eisen aan achtergrondkennis.

Achtergrondkennis is de kennis van de wereld die de lezer door de jaren heen verworven heeft. Daarin bestaan grote verschillen tussen lezers. Bij leerlingen maakt het uit of er thuis krant gelezen wordt en over de inhoud gesproken. Waar dat gebeurt, lezen de leerlingen gemakkelijker, omdat ze de inhoud vlugger herkennen en bovendien een grotere woordenschat hebben. Door te lezen kan de lezer met wat achtergrondkennis nog sneller kennis verwerven, en komt zo in een opwaartse spiraal.

Onderwerp, vorm en inhoud zijn altijd de drie grondelementen van een kunstwerk geweest en ze zijn met elkaar verweven op een onscheidbare manier.

Poëzie is moeilijk omdat het bestaat uit de ingrijpende samenpersing van informatie in maar een paar woorden. De lezer moet de structuur, vorm en stijlmiddelen kennen om het wurk ten volle te kunnen waarderen.

Kwalitatieve graadmeters voor tekstcomplexiteit zijn pas waardevol as ze teksten met een hegere complexiteit toegankelijk maken voor àlle lezers. Het heeft geen zin om geschikte teksten bij lezers te vinden en hen voor eeuwig tot elkaar te veroordelen. Bij het toepassen van de tekstcomplexiteits­niveaus gaat men daarom uit van de zone van dichtbije ontwikkeling van Vygotsky. Dus op het gebied van moeilijk-makkelijk: het gedicht moet niet te moeilijk zijn en ook niet te gemakkelijk.

Proces

Stap 1: Wijs factoren aan die de tekstcomplexiteit bepalen, qua onderwerp, vorm en inhoud.

Stap 2: Ken niveaus toe op basis van hoe moeilijk het is om de tekst te begrijpen. Gebruik eventueel met jo collega’s een rubriek (zoals onze bijgevoegde rubriek).

Stap 3: Besluit hoe de tekst gebruikt zal worden in de onderwijs-leersituatie. Geef achtergrond­informatie en zet ‘scaffolding’ in voor de leestaak (diagnose, (zelf)hulpstrategieên, herhalen).

Criteria voor poëtische tekst

Niveaus fan tekstkompleksiteit

Ons uitgangspunt is toegankelijkheid van kunst. Maar de kunstenaar heeft geen opdracht om zijn werk dommer te maken. Trouwens, kunst laat zich niet verkleuteren. En mensen willen betekenis geven aan de wereld. Ze zijn actief betrokken bij hun ervaring – dat proces is leren.

Kaas heeft een uitstraling van culturele verfijning. Wie een oude kaasliefhebber is zal evengoed dol zijn op jonge kaas. Met een knipoog naar het mytische leuze ‘bûter, brea en griene tsiis’ noemen we de drie niveaus van tekstcomplexiteit naar onze drie rijpingsniveaus van kaas: jonge, belegen en oude kaas.

Jong Regelmatige versopbouw, omgangstaal, letterlijke betekenissen, duidelijke verhaal­vorm, beelden van echte, concrete dingen en een algemeen, dagelijks onderwerp
Belegen Ongelijke versopbouw, soms dubbelzinnige betekenis, verhaalachtig, beelden van tastbare dingen maar ook van ideeën (‘zo mooi als de liefde’), niet altijd dagelijks thema
Oud Ongelijke versopbouw, meer betekenissen, vreemde taal, geen duidelijk verhaal of verhaallijn, abstracte beelden, gaat over onbekende werelden en universele ideeên (zoals dood)

Overwegingen en suggesties wat betreft de leestaak

Als je teksten op lezers afstemt is het, behalve kwalitatieve factoren te gebruiken, ook van belang om te kijken naar de individuele lezer syn behoefte, interesses, fvaardigheden en de leertaak die die lezer heeft, om zo beter te kunnen besluiten welke tekst of geschikt voor hem is.

Gebruik leestaaksuggesties, gebaseerd op het tekstcomplexiteitsniveau van de tekst: dus geef bij de moeilijker te begrijpen teksten oplopend meer achtergrondkennis, en geef oplopende ‘scaffolding’.

Korte bronnenlijst

ACT, ‘Reading between the lines: What the ACT reveals about college readiness in reading’, ACT, 2006, www.act.org/content/dam/act/unsecured/documents/reading_summary.pdf. Krigen 10 augustus 2022.

Steven J. Amendum, Kristin Conradi en Elfrieda Hiebert, ‘Does text complexity matter in the elementary grades? A research synthesis of text difficulty and elementary students’ reading fluency and comprehension’, Educational Psychological Review (2018) 30:121-151. Doi: 10.007/s10648-017-9398-2.

Hans Das, ‘Over hoe leerlingen poëzie lezen en hun poëtica’s als impuls voor poëzielessen’, Taal en Letterkunde (2028) XI:321-324.

‘5. Determining text complexity, Appendix A, p. 4-8’ [The Standards’ approach to text complexity], Illinois Open Education Resources, 20 febrewaris 2012. www.isbe.net/Documents/5-determining-text-complexity.pdf. Krigen 10 augustus 2022.

‘6. Implementing Text Complexity, Appendix A, p. 8-10’, Illinois Open Education Resources, 20 febrewaris 2012. www.isbe.net/Documents/6-implementating-text-complexity.pdf. Krigen 10 augustus 2022.

P. David Pearson en Elfrieda H. Hiebert, ‘The state of the field: Qualitative analyses of text complexity, Reading research report #13.01’, TextProject, 2013. textproject.org/wp-content/uploads/2022/07/Pearson-Hiebert-2014.pdf. Krigen 10 augustus 2022.

Theo Witte, ‘De kunst van het onderwijzen. De veelbelovende toekomst van het literatuuronderwijs in zeven axioma’s’, Lectori salutem. De veelbelovende toekomst van het literatuuronderwijs. Symposium ter gelegenheid van het afscheid van dr. Theo Witte
van de RUG op 16 maart 2018 in Het Kasteel te Groningen
, 55-80. www.rug.nl/gmw/lerarenopleiding/professionalisering/evn-lectori-salutem_pdf-voor-website.pdf. Krigen 10 augustus 2022.

Rubriek tekstcomplexiteit fan poëzie

Jong Belegen Oud
versopbouw regelmatig ongelijk ongelijk
betekenis-niveaus enkel soms dubbelzinnigheid meervoudig
taalconventie bekend nu en dan een vreemd woord vreemd, jargon, neologismen
vertellen of expressie vertellen verhaalachtig expressie
verhaallijn chronologisch één terugblik, één vooruitblik tijdsprongen
verbeelding concreet meest concreet abstract, immaterieel
belevingswereld algemeen, dagelijks niet altijd dagelijks onbekende, nieuwe werelden
levensechtheid concreet realisme grote abstracte themas, liefde, dood spiritueel, niet-figuratief

 

Neem je de methode over, of een deel ervan, vermeld dan de bron:
Friduwih Riemersma/Stichting PoëzijLab, ‘Tekstcomplexiteit van poëzie: Drie niveaus’, PoëzijLab, februari 2023.